"Stijgend aantal gedwongen opnames zet iedereen onder druk"
Eén op vier opnames in PZ Onzelievevrouw is een gedwongen opname. Het gaat om mensen die niet uit vrije wil opgenomen worden en op dat moment vaak geen ziekte-inzicht hebben. Een gedwongen opname is een ingrijpende gebeurtenis voor alle betrokkenen. Het gebeurt dan ook niet zomaar. Een beslissende rol spelen de vrederechter en de procureur des Konings. Een gesprek met procureur des Konings Lode Vandaele en directeur patiëntenzorg Inge Vanthuyne.
Geen lichtzinnige beslissingen
Als de procureur bij hoogdringendheid beslist tot een gedwongen opname, spreken we van een ‘spoedprocedure’. Het zou de uitzondering moeten zijn, maar in werkelijkheid verloopt 90% van de gedwongen opnames op die manier. Na een voorprocedure heeft de vrederechter tien dagen tijd om de patiënt te zien en de beslissing van de procureur te bevestigen of ongedaan te maken. Dat laatste gebeurt hier eerder uitzonderlijk.
Werken in crisismodus
Gedwongen opnames vermijden
Dat het aantal gedwongen opnames stelselmatig toeneemt, zet zowel het parket als het ziekenhuis onder druk. Geen van beide instanties krijgt hier extra middelen voor, hoewel er veel bij komt kijken. Maar er is meer. Veel gedwongen opnames zouden vermeden kunnen worden als er niet de ellenlange wachtlijsten waren in de zorg.
“Mensen met een psychische kwetsbaarheid vinden vaak geen plaats in een geschikte voorziening,” verklaart procureur Vandaele. “Ze komen op een wachtlijst terecht, waardoor de situatie vaak alleen maar erger wordt. Tot er een crisis plaatsvindt en de patiënt gedwongen opgenomen wordt. Maar die gang van zaken zorgt voor een negatieve spiraal, want door het groeiend aantal gedwongen opnames,
is er minder plaats voor vrijwillige opnames. Waardoor de wachtlijsten verder aangroeien. We staan erbij en kijken ernaar. Jammer genoeg moeten we ook soms voor minderjarigen een beroep doen op het PZ Onzelievevrouw wegens gebrek aan plaats in de kinderpsychiatrie. Het beleid moet hier dringend werk van maken.”
En wat met positive risk taking? De geestelijke gezondheidszorg doet steeds vaker een beroep op de verantwoordelijkheid van patiënten. Dat past in de herstelbeweging, die patiënten empowert en versterkt in hun krachten. Hoe staat het parket daartegenover?
“Wij nemen elke beslissing in eer en geweten,” zegt procureur Vandaele. “Maar zodra het eens fout loopt, is het parket kop van jut. De media wijzen graag met de vinger naar de magistratuur. Zelfs onze beroepsaansprakelijkheid wordt dan in vraag gesteld. De beste stuurluistaan natuurlijk aan wal. Maar wat moeten we doen? Altijd kiezen voor de zekere weg?”
“Dat kunnen we niet maken,” zegt Inge Vanthuyne. “In de praktijk loopt het zelden fout. En als beslissingen gebaseerd worden op worstcasescenario’s, zullen ook veel mensen ten onrechte gedwongen opgenomen worden. Dat wil niemand.”
“Maar de maatschappelijke druk is er,” zegt Lode Vandaele. “Je moet stevig in je schoenen staan om onafhankelijk en in eer en geweten te beslissen. De goede samenwerking tussen parket, politie en PZ Onzelievevrouw is daarbij een grote steun.”
Geweld tegen hulpverleners kan niet
Fotografie: Tom Talloen