Open Dialogue in de praktijk

Al enkele jaren introduceert de kliniek psychosenzorg van het PZ Onzelievevrouw de methodiek van Open Dialogue van grondlegger Jaakko Seikkula.  In dit dossier onderzoeken we hoe Open Dialogue in de praktijk werkt. Welke dynamiek brengt Open Dialogue teweeg? En hoe ervaren hulpverleners, familieleden en patiënten deze methodiek?

 

Dr. Carmen Leclercq: "Open Dialogue opent nieuwe perspectieven"

Dr. Carmen Leclercq is psychiater op de afdeling acute psychosezorg. Zij staat vierkant achter de principes van Open Dialogue. “Onze keuze voor Open Dialogue kadert in de vermaatschappelijking van de zorg”, zegt dr. Carmen Leclercq. “We willen sneller de familie betrekken, zo mogelijk zelfs van bij de diagnostiek. De familie kan input geven die het medische aanvult. De patiënt, familieleden, de context en professionals hebben in Open Dialogue een evenwaardige stem. De Open Dialogue-methodiek nodigt me uit om te luisteren naar al die stemmen. Die input is soms verrassend en opent andere perspectieven. Als je een verdrietige of geagiteerde patiënt alleen ziet, dan is het dikwijls moeilijk om te achterhalen wat er precies allemaal speelt. De patiënt vertelt niet alles of vindt de woorden niet. De meerstemmigheid werpt vaak een nieuw licht op een situatie.”

“Een doel van Open Dialogue is om mensen zoveel mogelijk buiten het ziekenhuis te behandelen met zo weinig mogelijk psychofarmaca. We betrekken familie en context van bij de diagnostiek doorlopend tijdens de hele behandeling. Samen stippelen we het verloop uit, in een continue dialoog.”

“Natuurlijk zijn er daarnaast nog individuele contacten. In het verloop van de behandeling heb ik ook altijd aandacht voor eventuele onderliggende somatische oorzaken. Dat gesprek en dat onderzoek doe je niet met iedereen erbij. Ook de psycholoog kan specifieke interventies doen in het  kader van diagnostiek en/of therapie, bijvoorbeeld met gedragstherapeutische behandelingen. Maar de rode draad is wel dat we veel meer gezamenlijk doen, met de hele context. Ook de evaluaties.”

Andere communicatie

Een veelstemmige dialoog met gelijkwaardige partners. Dat klinkt goed. Maar werkt het in de praktijk? Kijken patiënten en familieleden niet sowieso anders naar een arts?

Dr. Leclercq: “Dat is inderdaad een aandachtspunt. Ik probeer zo vaak mogelijk deel te nemen aan een Open Dialogue-gesprek, maar dat lukt niet altijd. Soms vraagt de familie of de patiënt om me nog even apart te spreken. Doorgaans is daar een goede reden voor. Bijvoorbeeld als het gaat over psychofarmaca en hun bijwerkingen. Ik zoek een evenwicht. De familie beschouwt de arts als de expert, wat ze vaak ook is. Toch bewaak ik de evenwaardigheid, zeker tijdens het Open Dialogue-gesprek.”

“Wat de interdisciplinaire samenwerking betreft, hebben we een lange traditie. Sinds 20 jaar overleggen arts, verpleegkundige en patiënt ook samen tijdens een wekelijks bezoek op de kamer. Voor sommige disciplines is het minder evident om te praten met de patiënt en de familie mee aan tafel. Dat vergt andere (therapeutische) vaardigheden.Het is een andere communicatie, met een andere woordenschat. Open Dialogue versterkt die communicatie, maar er is nood aan therapeutische scholing bij alle hulpverleners.”

Verder bouwen

“De opleiding ‘Foundation Training Open Dialogue UK’ die ik nu in Londen volg, organiseren we in samenwerking met PC Sint-Amandus en het Zorgcircuit Psychose Noord-West-Vlaanderen vanaf 2021 op maat in Brugge-Beernem. Het geloof in Open Dialogue is groot en we
nemen alle teamleden van de afdeling psychosezorg mee in dit boeiende verhaal. Ik ben erg blij met deze investering van het ziekenhuis. Ondertussen tonen ook het mobiel crisisteam, het mobiele vroeginterventieteam psychose en de intensive unit belangstelling voor de principes van Open Dialogue. In de psychosezorg gaan we in elk geval verder op de ingeslagen weg. Op termijn dromen we van een aangepaste, veilige maar gezellige ruimte voor een Open Dialogue-gesprek met patiënt, familie en hulpverleners bij een acute opname. Ook de huisartsen willen we meer betrekken. We bouwen aan de weg.”

Tekst: Filip Decruynaere, fotografie: Tom Talloen